
De foto op mijn LinkedIn ziet er niet meer uit en gaat zelfs langzaam maar pijnlijk zeker richting kansloos. “Je lijkt wel 13”, is het commentaar van een gewaardeerde collega. Mijn kinderen verbazen zich over het weinige restje haar dat op de foto nog wél aanwezig is. “Dat moet wel van heel lang geleden zijn, pap”. Kortom: weinig subtiele hints genoeg.

Hoog tijd voor een nieuwe foto dus. Gelukkig is er een collega met fotografisch talent en dito apparatuur. Samen met nog een paar collega’s worden we door een fotoshoot getrokken. Lekker geforceerd in de spotlight staan, heel veel erger kun je het niet maken voor mij. Maar goed, je bent niet meer zo jong meer, maar je wilt nog wel wat. Gelukkig levert het een stijlvolle foto op.

Een paar weken later doe ik mee aan mijn derde survivalrun. Ik ben op ongeveer 1/3e van de run als er een kanon van een lens op mij wordt gericht. De foto is duidelijk minder stijlvol, maar een stuk dichterbij de realiteit.
Aangekomen bij de een na laatste hindernis kan ik niet meer. Ik sta wankel op mijn benen van de inspanning en mijn onderarmen zijn helemaal verzuurd. Mentaal is het zo goed als op.

Met de laatste wilskracht, aangenoedigd door mijn vrouw en omstanders – ik heb echt geen idee meer wat ze hebben geroepen, maar dat deed er ook niet toe – weet ik de hindernis te halen. Ik hijg even uit om dan door te gaan naar de eindhindernis.
In de eindhindernis doseer ik mijn laatste restje energie zorgvuldig, stap voor stap en heel beheersd. Ik wil niet met een val door mijn laatste restje energie raken. Gelukkig gaat het in één keer goed. In een waas strompel ik over de finish. Dan ga ik op de grond zitten. Zelfs dat is eigenlijk too much. Dan ga ik gewoon liggen.
Soms valt het gewoon niet mee.
Reacties door Gertjan Kruiger